Stuitligging en versie
De stuitligging komt bij ong 3-4% van de aterme zwangerschappen voor. Met een echo wordt uiteindelijk vastgesteld of het kindje in stuitligging ligt.
Het kindje kan door een uitwendige versie/kering van een stuitligging in een hoofdligging gekeerd worden. Dit is een veilige en effectieve manier. De moeder wordt hiervoor in de ochtend opgenomen op de verloskamers. Voor, tijdens en na de versie houden we het kindje scherp in de gaten. Het ctg gebruiken we om de hartslag te controleren en de echo voor de ligging. Alvorens de versie krijg je een infuus. Via dit infuus krijg je medicatie toegediend die de baarmoeder rustig houdt ten tijde van de versie.
Het succespercentage is bij een eerste zwangerschap 40% en bij tweede en volgende zwangerschappen 55%..
Draaien van een stuit gebeurt bij een eerste kind tussen de 35 en 36 weken. Bij een tweede of volgende kinderen tussen de 36 en 37 weken.
Als de baby met succes is gedraaid, kan de zwangere voor de verdere begeleiding weer bij haar eigen verloskundige terecht.
De uitvoering van de kering wordt sinds 2012 verricht door een ons vast team van versiekundigen, nl Germa Tindemans, Monique Bons, Simone Pauelsen, Miriam van Leuken en onze gynaecologen dr van Dooren en dr van de Water.
Bij elke versie zijn twee versiekundigen aanwezig en een gynaecoloog.